De Nederlandse tak van warenhuisketen Hudson’s Bay sloot vorig jaar af met een tekort van bijna 74 miljoen euro. Dat staat in het faillissementsverslag van de onderneming. De keten, die in 2017 in Nederland werd gelanceerd, heeft alles bij elkaar een schuld van 86 miljoen euro.
Het verlies van 2019 staat niet op zichzelf. Een jaar eerder was het tekort bijna 81,5 miljoen euro en ook in 2017 moest er geld bij. Het ging toen om een tekort van 28,6 miljoen euro.
Het faillissement van Hudson’s Bay werd op 31 december uitgesproken. In de opheffingsuitverkoop zette het bedrijf bijna 23 miljoen euro om en zijn al kosten betaald. Ook winkelinventaris werd verkocht. Ongeveer 1100 schuldeisers hebben nu nog een schuld openstaan. Deze leveranciers hebben nog zeker 50 miljoen euro te goed. Ook verhuurders van panden willen geld zien.
Vastgoedbedrijf Unibail-Rodamco-Westfield heeft het bedrijf en de Canadese moeder Hudson’s Bay Company (HBC) inmiddels gedagvaard. Ook CBRE wil dat Hudson’s Bay zich aan de langetermijnhuurovereenkomst houdt.
HBC wilde enkele jaren geleden de plek van het failliete V&D in het Nederlandse winkellandschap innemen, maar kampte met lage bezoekersaantallen. Half september vorig jaar kondigde de onderneming aan uit Nederland te gaan vertrekken en eind november werd uitstel van betaling aangevraagd. De bewindvoerders namen toen maatregelen om het eerder overeengekomen sociaal plan voor de ruim 1400 medewerkers veilig te stellen.
Curatoren vinden het nog te vroeg om met een analyse van de redenen van het faillissement te komen.